Herman Brood werd op 5 november 1946 geboren in Zwolle. Als klein jongetje tekent Herman veel, daar kan hij al zijn levendige fantasie in kwijt. Regelmatig als men hem zocht zat hij in een kamertje boven het magazijn van de machinefabriek van zijn vader te tekenen. Al op jonge leeftijd wordt zijn ouders verteld dat hij kleurenblind is en waarschijnlijk nooit een beeldend kunstenaar zal worden. Herman, zoals hij is, trekt zich daar niks van aan. Hij tekent in die tijd overal, in de trein, bus of het café. Op elk moment van de dag, als hij er even tijd voor heeft, tekent Herman.
Op zijn zeventiende vertrekt hij naar de Academie voor Beeldende kunsten in Arnhem. En begint hij ook met schilderen. Hij doet dit vaak in zijn atelier in de Amsterdamse Spuistraat, boven Café Dante. Brood raakt geïnspireerd door de Cobra schilders, met name Lucebert. Bij deze schilders staat een spontane, experimentele en uitbundige werkwijze voor op. Toch ontwikkeld Brood al snel zijn eigen stijl, die direct te herkennen is.
Eind jaren tachtig wordt Herman steeds meer gewaardeerd als tekenaar en dichter, maar vooral als schilder. Typerend zijn het (door zijn kleurenblindheid, uit noodzaak geboren) gebruik van felle primaire kleuren zoals rood, blauw en geel, waarbij hij met zwarte verf letters aanbracht op zijn werk. De handtekening “brood” is vaak prominent aanwezig op zijn schilderijen. Tijdens het schilderen maakt Herman gebruik van diverse technieken. In hoog tempo gaat hij met spuitbussen, injectienaalden, viltstiften, verfrollers, maar ook gewone verf en penselen aan de slag. Zijn werk is snel en krachtig. Details zijn overbodig: met slechts enkele trefzekere lijnen zet hij ogen, neus en mond neer en creëert zo een raak personage.
Gedurende het leven van Herman vormden zijn schilderijen een grote bron van inkomsten. Hij gebruikte deze dan ook vaak als betaalmiddel. Zo heeft zelfs de belastingdienst ze ooit geaccepteerd als afbetaling voor zijn belastingschulden.
Na jarenlang drugs te hebben gebruikt, was Hermans lichaam tegen 2001 helemaal op. Toen het leek of hij niet lang meer te leven had nam Brood zelf het heft in handen en pleegde zelfmoord. Op 11 juli 2001 sprong hij van het Amsterdamse Hilton Hotel. Hij liet een afscheidsbriefje achter bij de bar met o.a. de tekst “maak er nog een groot feest van”